Houtskeletbouw

In tegenstelling tot wat men misschien verwacht, is houtskeletbouw op het eerste gezicht niet van een traditioneel gebouwde woning te onderscheiden. De draagconstructie bestaat uit houten frames gevuld met isolatie. De binnenzijde is afgewerkt met een gipsplaat en stucwerk. De buitenzijde kan op alle mogelijke manieren worden afgewerkt: hout, baksteen, cortenstaal, dakpannen, stucwerk, etc, etc.

Hout is een natuurlijk materiaal en vervormt als gevolg van vocht. Het kan een paar jaar duren voordat de woning goed gezet is en er geen scheuren meer in het stucwerk komen. Bij gewone houtskeletbouw wordt minerale wol gebruikt als isolatie. Om deze te beschermen tegen vocht, wordt aan de binnenzijde, achter de gipsplaat, een dampdichte folie toegepast. Hierdoor kan de constructie geen vocht opnemen of afstaan. Het doorboren van deze folie maakt de constructie ‘lek’ en kan tot een verminderde isolatiewaarde en schimmel in de constructie leiden. Een enkele gipsplaat is bovendien niet erg stevig. Daarom wordt vaak gekozen voor een extra houten plaat (ook voor de stabiliteit) en/of een stootvaste gipsplaat. Er kan ook gekozen worden voor een dampopen constructie in combinatie met duurzame isolatiesoorten, zoals isofloc, wol of stro. 

Meestal wordt gebruikt gemaakt van prefab elementen. Een woning kan zodoende razendsnel geplaatst worden. Houtskeletbouw is meestal voordeliger dan traditionele bouw, maar daar tegenover staat dat de waarde van het vastgoed ook vaak lager wordt beoordeeld.